Werking van de fabriek
De installaties van Brussel-Energie zijn technologisch geavanceerd: ze garanderen een optimaal beheer van de stromen en een maximale naleving van alle milieunormen. Er zijn 3 kringlopen:
A. Het circuit afval - stroom
- Het afval wordt in een laadtrechter geladen.
- Door de zwaartekracht valt het op een aanvoertafel.
- Het komt nadien op een hellend rooster terecht en waar het wordt verbrand.
- De verbrandingsresten (bodemassen) worden verwijderd en gevaloriseerd.
- Het water wordt in de buizen van de ketel omgezet in stoom.
- Waterstoom, oververhit door de verbranding van aardgas, wordt naar de turbines en het warmtenetwerk gestuurd.
B. Rookgasbehandeling
- De rookgassen trekken door de ketel waar ze worden gekoeld.
- Het gaat door elektrofilters die tot 99% van de stofdeeltjes afvangen.
- De vliegassen worden vervolgens gevaloriseerd.
- De rookgassen worden gereinigd door 2 gaswassers.
- De eerste gaswasser vangt zuren en zware metalen af, alsook bepaalde componenten.
- De tweede gaswasser vangt de resterende zwaveldioxide, dioxines, furanen en zuren af.
- Elektroventuri vangen vervolgens de laatste stofdeeltjes en de laatste druppels af.
C. De DeNOx-eenheid
- Stikstofoxide-emissies worden vernietigd door een ammoniakoplossing bij 240 °C op een katalysator te injecteren.
- Ze worden omgezet in stikstof (N2) en water (H2O)
- Het water dat wordt gebruikt om de rookgassen te wassen, wordt behandeld in de waterzuiveringsinstallatie en in een indampingskristallisatie-installatie. Het water wordt vervolgens hergebruikt.